-
1 raise
n. (het) verhogen--------v. oplichten; verheffen; verhogen, bijeenbrengen; grootbrengen; verbouwen; fokkenraise1[ reez] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————raise2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 rechtop/overeind zetten ⇒ oprichten; doen opstaan5 bouwen ⇒ opzetten, stichten6 kweken ⇒ produceren, verbouwen8 uiten ⇒ aanheffen; ter sprake brengen, opperen9 doen ontstaan ⇒ beginnen, in het leven roepen♦voorbeelden:raise questions • vragen opwerpenwe'll raise these issues with the staff • we zullen deze kwesties met de staf besprekenthe play raised a storm of applause • het stuk ontketende een storm van toejuichingenthe old wreck was raised to the surface • het oude wrak werd boven water gebracht14 raise money • aan geld komen, geld bij elkaar krijgenraise taxes • belastingen heffen -
2 ériger
-
3 enact a law
tot wet verheffen -
4 to cube
tot de derde macht verheffen -
5 to raise to the n-th power
tot de n-de macht verheffenEnglish-Dutch technical dictionary > to raise to the n-th power
-
6 erheben
erheben1 (op)heffen, verheffen2 stichten, verheffen3 verheffen (in, tot)4 heffen, invorderen♦voorbeelden:mit erhobener Stimme • met stemverheffingAnspruch auf etwas erheben • aanspraak op iets makenein Geschrei erheben • een geschreeuw aanheffenProtest gegen etwas erheben • protest tegen iets aantekenen2 zich verheffen, uitreiken (boven)♦voorbeelden:der Sturm erhebt sich • de storm steekt op -
7 cube
n. kubus; tot de derde macht--------v. tot de derde macht verheffencube1[ kjoe:b] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 kubus ⇒ klontje, blokje♦voorbeelden:————————cube2〈 werkwoord〉2 in blokjes/dobbelsteentjes snijden♦voorbeelden: -
8 élever
élever [eelvee]1 opheffen ⇒ ophijsen, optillen3 verhogen4 opperen ⇒ aantekenen, aanvoeren, uiten, opwerpen♦voorbeelden:1 zich verheffen ⇒ opstijgen, oprijzen3 (op)rijzen ⇒ ontstaan, opkomen, zich verheffen, heviger worden4 〈 van personen〉vooruitkomen, -gaan♦voorbeelden:la foule s'éleva à dix mille personnes • er waren tienduizend mensens'élever contre qn., qc. • zich tegen iemand, iets verzetten1. v1) opheffen2) oprichten, opbouwen3) verhogen4) uiten5) opvoeden [kind]6) fokken [dier]2. s'éleverv1) zich verheffen, oprijzen2) stijgen3) toenemen4) vooruitkomen -
9 square
adj. recht; rechthoekig; quitte; eerlijk; vierkant; loodrecht--------adv. vierkant, kwadraat; rechthoekig; eerlijk, openhartig--------n. vierkant; plein; kwadraat; recht; quitte; eerlijk--------v. vierkant maken; kanten; in het kwadraat verheffen; vierkant brassen; vereffenen; in het reine brengen; overhalen, omkopen; trotseren, onder ogen ziensquare1[ skweə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 vierkant4 teken/winkelhaak8 oefenplein/terrein♦voorbeelden:¶ be/go back to square one • van voren af aan/opnieuw moeten beginnen→ magic magic/————————square2〈 squareness〉 〈→ Sporttermen: CricketSporttermen: Cricket/〉3 eerlijk ⇒ fair; open(hartig) 〈 antwoord, bijvoorbeeld〉; regelrecht, vierkant 〈 weigering, bijvoorbeeld〉♦voorbeelden:a square chin • een vierkante kinone square metre • één vierkante meterthree metres square • drie meter in het vierkantsquare to • recht(hoekig) opmeet (with) a square refusal • nul op het rekest krijgenget a square deal • eerlijk behandeld wordengive someone a square deal • iemand eerlijk/royaal behandelenbe square with someone • eerlijk zijn tegen/met iemanda square peg (in a round hole) • de verkeerde persoon (voor iets)II 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉2 in orde♦voorbeelden:¶ be square with • effen/quitte zijn/staan met; op gelijke hoogte/voet staan metcall it all square • beschouw het als vereffend; we zijn/staan quitte, okay?————————square31 overeenstemmen ⇒ kloppen, stroken♦voorbeelden:1 square to • aansluiten/passen bij→ square up square up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉4 van een vierkant/vierkanten voorzien6 in orde brengen ⇒ regelen, vereffenen♦voorbeelden:5 square to/with • doen aansluiten bij, in overeenstemming brengen metsquare up one's debts • zijn schuld voldoen→ square away square away/————————square4〈 bijwoord〉♦voorbeelden:square to • vlak/pal tegenover→ fair fair/ -
10 enact
v. bepalen, vaststellen; tot wet verheffen; opvoeren[ inækt] -
11 enactment
-
12 ennoble
-
13 *hausser
*hausser ['oosee]1 verhogen ⇒ verheffen, optrekken, vermeerderen♦voorbeelden:hausser le ton • een hoge toon aanslaanhausser la voix • z'n stem verheffenhausser une maison d' un étage • een verdieping op een huis zettencela ne le hausse pas dans mon estime • dat doet hem niet in mijn achting stijgen♦voorbeelden:se hausser sur la pointe des pieds • op de tenen gaan staan -
14 potenzieren
potenzieren1 potentiëren ⇒ versterken, vergroten♦voorbeelden:1 sterker worden ⇒ groter, hoger worden -
15 elevate
v. opheffen, opslaan; verhogen; verheffen[ ellivveet]♦voorbeelden:elevating play • stichtend stuk -
16 exalt
-
17 soulever
soulever [soelvee]1. v1) optillen2) opjagen3) aansporen4) opruien5) opwekken, oproepen2. se souleverv -
18 crown
n. koninklijke kroon; decoratief hoofddeksel; hoofdkrans; bovenste gedeelte van hoofd; top, hoogtepunt; personificatie; gedeelte van de tand boven het tandvlees; kunstmatige kroon op tand of kies; vroeger Engels muntstuk--------v. kronencrown1[ kraun] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (blader/bloem)krans2 〈 vaak Crown〉 (konings)kroon ⇒ 〈 figuurlijk, steeds met the〉 vorstelijke macht/heerschappij; regering; 〈Brits-Engels; juridisch〉 openbare aanklager4 〈 benaming voor〉hoogste punt/bovenste gedeelte ⇒ (hoofd)kruin; boomkroon/kruin; (heuvel)kam/kruin; corona, kroon 〈van tand/kies, ook als prothese〉, jacket(kroon); kroon 〈 van edelsteen〉♦voorbeelden:succeed to the crown • op de troon komen————————crown2〈 werkwoord〉1 kronen2 bekronen ⇒ belonen, eren3 kronen ⇒ de top vormen/bedekken van, sieren4 voltooien ⇒ (met succes) bekronen, de kroon op het werk vormen/zetten♦voorbeelden:1 crowned heads • gekroonde hoofden, regerende vorstencrowning touch • klap op de vuurpijl -
19 top
adj. bovenste--------n. bovenkant; bergtop, hoogtepunt, apex; bedekking, deksel, kap;--------v. overtreffen, uitmunten, zich verheffen boven; toppentop1[ top] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 bovenstuk/kant ⇒ tafelblad; bergtop; boomtop; kap 〈 van kinderwagen, auto enz.〉; dop 〈 van fles, vulpen〉; top(je) 〈 kledingstuk〉; bovenleer 〈 van schoen〉; deksel; kroonkurk; room 〈 op melk〉; bovenrand 〈 van bladzijde〉3 beste/belangrijkste 〈van klas/organisatie〉♦voorbeelden:at the top of his career • op het hoogtepunt van zijn carrièrefrom top to toe • van top tot teen(shout) at the top of one's voice • luidkeels (schreeuwen)come to the top, reach the top • de top bereiken(sit) at the top (of the table) • aan het hoofd (van de tafel zitten)on top • boven(aan)3 be/come out (at the) top of the form/school • de beste van de klas/school zijn(feel) on top of the world • (zich) heel gelukkig (voelen)come out on top • overwinnenget on top of something • iets de baas wordenthe problems got on top of him • de problemen werden hem te veelkeep on top of • de baas blijvensleep like a top • slapen als een oson top of his salary • boven op zijn salarison top of that • daar komt nog bij, bovendien→ big big/————————top2♦voorbeelden:top leader • topleidertop prices • hoogste prijzenat top speed • op topsnelheid————————top3〈werkwoord; topped〉♦voorbeelden:topped with • met een top vanto top it all • tot overmaat van ramp5 top and tail • afhalen, doppen -
20 knight
n. ridder; ruiter; paard (in schaken); edel--------v. tot ridder slaan, in de adelstand verheffenknight1[ najt] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 ridder♦voorbeelden:————————knight2〈 werkwoord〉
См. также в других словарях:
Spatz — Die Spatzen pfeifen es auf (von) den Dächern: das Geheimnis ist stadtkundig, es ist bereits in aller Munde (⇨ Dach). Vgl. auch frz. ›C est le secret de la comedie‹. Küpper hält die Rda. für eine Weiterbildung von Prediger Salomo 10,20, wo zur… … Das Wörterbuch der Idiome
Spatz — 1. Auch dem Spatz gefällt sein Gefieder. – Altmann VI, 499. 2. Besser a Spoaz in der Hoand, oals a Taub n. aufn Doach. (Steiermark.) 3. Besser ein Spatz im Hafen, als gar kein Fleisch. – Fischart, Gesch.; Simrock, 9670a. 4. Besser ein Spatz in… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon